Alledaagse heroïek
In het Nieuwe Testament nemen de ruiters, brengers van onheil, een mythisch karakter aan. De beelden van Cornelissen doen het tegenovergestelde: door het gebruik van alledaagse materialen en de buitenproportionele afmetingen krijgen de sculpturen eerder een alledaags en tragikomisch karakter. Ook in de tekeningen en fotocollages krijgen de verwijzingen naar politiek, religie en fascisme een banaal karakter. Cornelissen neemt zo naar eigen zeggen “een loopje met de absurde trekjes die de discussie rond de zogenaamde ‘Ondergang van het Avondland’ aanneemt in Nederland”. Hij verwijst hier naar de publicatie van cultuurhistoricus Oswald Spengler (1880-1936), wiens pessimistische blik op de Westerse cultuur nog steeds actueel lijkt te zijn.
Inspiratie
De tekeningen en sculpturen van Cornelissen refereren aan comics, cartoons, graffiti, straatpoëzie, muziek, kunst en architectuur. Zo verwijst ‘The Great Wave’ indirect naar een beroemde houtsnede van de Japanse kunstenaar Hokusai en verwijst het werk ‘For the God of Love’ naar het met diamanten ingelegde doodshoofd van de Britse kunstenaar Damien Hirst.