voorBEELDEN III
De Nederlandse Kring van Beeldhouwers exposeert de derde editie van voorBEELDEN onder de titel
...wit met een tikje roze en een vleugje brons
Centraal in deze editie van voorBEELDEN staat het werk van een aantal nieuwe NKvB-leden. Carte blanche kregen ze: geen thema, geen richtlijn. Enige beperking: de ruimte, te klein voor monumentaal werk.
Resultaat: krachtige, poëtische, sobere, subtiele en esthetische werken. Wat opvalt is het vele wit, met hier en daar een snipper kleur. En de flair waarmee deze nieuwe leden zich presenteren.
Op zaterdag 4 februari 2012 zal Corrie van de Vendel, voorzitter van de NKvB, om 15.00 uur in WG-Kunst te Amsterdam de expositie openen van een aantal nieuwe leden van de NKvB: Babette Degraeve, Carel Lanters, Marco Goldenbeld, Hester Pilz, Wil van Blokland, Catharina van de Ven, Merel Holleboom, Mariah Blue en Leon Duniec.
Locatie: WG-Kunst, Marius van Bouwdijk Bastiaansestraat 28 - 1054 SP Amsterdam - 020 6161515, www.wgkunst.nl. Voor meer informatie: Merel Holleboom: 06 2352 44 88 - This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it.
Openingstijden van woensdag tot en met zondag van 13.00 – 17.00 uur, de finissage vindt plaats 26 februari 2012 om 16.00 uur. Op weekeinddagen zal altijd een van de deelnemende kunstenaars aanwezig zijn.
Over de kunstenaars:
Babette Degreave schuwt esthetiek niet. Volgens haar hebben mooie dingen een eigen kracht en roepen hun eigen energie op. De katholieke rituelen uit de beeldhouwsters. Vlaamse jeugd zijn terug te vinden in haar werk. Babette verbeeldt de menselijke zoektocht naar nieuwe helden en iconen, want de behoefte aan een leidraad blijft bestaan.
Als beeldhouwer staat voor Marco Goldenbeld vorm op de eerste plaats. Hij noemt het komen tot een nieuw beeld een zoektocht naar eenvoud en vorm. Het verlangen een beeld te maken dat kan zweven, houdt hem gaande: ‘Als ik een truc kon bedenken om beelden te kunnen laten zweven, zou ik helemaal vrij zijn. Uiteindelijk creëert een beeld zichzelf. Er is sprake van een bepaalde logica die inherent is aan het maakproces. Het is deze logica die ik zoek, en waar ik op in wil haken.’
Uitgangspunt van de objecten, installaties en sculpturen van Leon Duniec zijn veelal alledaagse industriële vormen. Wat hem intrigeert aan vormen zijn vaak de openingen, binnenruimtes, doorgangen, tussenruimtes en de ruimtes erom heen. Vanuit de openingen die hij ontdekt in de alledaagse vormen, ontwikkelen zich nieuwe objecten, installaties en sculpturen. Alle met hun eigen ruimtes, doorgangen, binnenruimtes, textuur, materialiteit en beleving.
Merel Holleboom maakt poëtische machines, misschien wel en soort speelgoed voor de grote mens. Het werk nodigt je uit om mee deel te nemen aan een beweging of de beleving ervan. Het kunnen bewegen van de beelden is belangrijk: beweging omdat alles beweegt. Vooral de niet zichtbare beweging boeit haar, dat wat ons beweegt bepaalde dingen wel of niet te doen. De eenvoud van een ‘ja’ of ‘nee’ in strijd met de complexe gedachten erachter.
Catharina van de Ven verdiepte zich in het thema Male Power- Female Strenght. De lijnen en functies in haar werk zijn samengevat tot een vloeiende vorm die uitdrukking geeft aan het vrouwlijke aspect in ons universum. In tegenstelling tot Male Power, waarin de ‘macht’ altijd van buiten moet worden betrokken, is Female Strenght een gegeven waarin duidelijk wordt dat ‘kracht’ een intern fenomeen is.
Het centrale thema in de werken van Mariah Blue gaat over de schemerrealiteit tussen feit en fictie. De wijze waarop herinneringen zijn gestructureerd in verhalen. Op deze manier worden herinneringen vervormd weergegeven tot vreemde wezens, achterbuurtschuurtjes en boten die uit het bos groeien. Wanneer Mariah haar geheugen in een tekening of sculptuur vastlegt, lost tijd op en beschrijft zij het hier en nu. Ze wil vitaliteit terugbrengen in dingen waaruit het is vertrokken. Het verleden wordt een mythologische wereld.
Carel Lanters tracht door een vorm van sublimatie op subtiele wijze de waarneming te scheppen. Hij zit niet vast aan een techniek of materiaal. Hij integreert zijn kunst in het dagelijkse leven, door bijv. straatmeubilair op een nieuwe wijze te rangschikken of te vervormen. Behalve opdrachtgebonden monumentale werken ontwikkelt hij objecten, beelden en installaties voor het tentoonstellingscircuit, waarin hij ook met regelmaat optreedt als curator.
Hester Pilz is geïnteresseerd in het leven in agrarische samenlevingen. De verbondenheid met de grond waarop je leeft is het thema van haar Land Art-werk en keramische beelden. Stadskinderen in contact brengen met de natuur en met hun eigen creativiteit, is het thema van haar sociaal- artistieke projecten. Hester vindt haar inspiratie in de aandachtige beschouwing van de natuur, in het bouwen en in de poëzie achter alledaagse dingen. Soms ontstaat er tijdens het werken aan haar beelden ook een gedicht, dat een plek vindt in het werk.
Wil van Blokland maakt sobere vormen van porselein, met eenvoud geglazuurd. Ze drukken een rijke gevoelswereld uit. De beeldhouwster gaat meestal uit van zeer elementaire vormen, een capsule, ovaal of berg. Haar werk gaat over mensen, maar dan in abstracte zin. Het speelt zich af in het onbenoembare. Wil voelt in materie, kleur en vormen. Voor haar is het een zoektocht naar het wezen van menselijk contact. In haar beelden probeert zij een universele taal te vinden, waarin de essentie hiervan zichtbaar wordt.