Advies Raad voor cultuur bewijst ondeugdelijkheid kabinetsplannen
De buitenproportionele bezuinigingen op cultuur, relatief meer dan het dubbele van die op defensie, leiden tot hogere prijzen, een verminderde toegankelijkheid van kunst en cultuur, verschraling van het aanbod en grote economische schade. Josine Meurs, directeur van Publiek, de belangenvereniging voor cultuurliefhebbers: “De exercitie van de Raad voor Cultuur bewijst dat het geen goed idee is om binnen no time een kwart van de cultuurbegroting weg te snijden.”
De korte termijn waarop een en ander zijn beslag zou moeten krijgen, leidt bovendien tot veel onnodige extra financiële en immateriële schade. Mensen hebben contracten, er zijn langlopende verplichtingen en er is tijd nodig om alternatieve inkomsten te genereren. De door de Raad voorgestelde overgangsperiode is echt nodig, ook om te voorkomen dat reorganisatiekosten ook nog eens tot hogere prijzen leiden.
Alle inspanningen van de Raad zijn gericht op damage control; op een zo verantwoord mogelijke inkrimping van de sector. Meurs: “Er is nog weinig reflectie op de beoordelinggsystematiek en er is nog niet nagedacht over manieren om het draagvlak voor cultuur te vergroten. De opdracht was zo ongetwijfeld al moeilijk genoeg. De Raad heeft gelet op overlap en overproductie; op de effectiviteit van de ondersteunende instellingen en op meer efficiency in de ‘back offices’. Maar ook in de plannen van de Raad is er nog steeds een groot en ingewikkeld apparaat dat wel geld kost maar geen kunst maakt. Is dat nu wel in verhouding? Als daar nog beter naar gekeken wordt, kunnen de makers misschien wat worden ontzien.”
De Raad heeft zijn werk gedaan. Nu moet het kabinet snel zijn deel van het werk gaan doen:
- Ambitie tonen om het hoge niveau van de Nederlandse kunst en cultuur en de grote Nederlandse cultuurparticipatie te behouden. En het plan maken om die ambitie te realiseren
- Razendsnel zorgen voor optimalisering van de voorwaarden voor private investeringen en cultureel ondernemerschap: de aangekondigde belastingvoorziening om het vestigingsklimaat voor ondernemers in de creatieve industrie te verbeteren invoeren; het schenken ook voor kleine gevers fiscaal aantrekkelijker te maken; het cultureel beleggen te bevorderen; instellingen toestaan reserves te vormen; vraaggerichte instrumenten als de Cultuurkaart voor jongeren veiligstellen etc.
- De voorgenomen btw-verhoging op podiumkunsten niet in te voeren. Deze verhoging van 6% naar 19% zet culturele instellingen op achterstand in de recreatieve sector. Het is de taak voor de overheid te zorgen voor een gelijk speelveld voor alle partijen.
Het advies van de Raad bevat veel wijze woorden. De regering kan er haar voordeel mee doen. De uitwerking van het criterium publiek moet ze echter maar niet overnemen. De eisen die de Raad voor cultuur wil formuleren op het terrein van publieksdiversiteit zijn niet handig. Meurs: “Een overheid die cultureel ondernemerschap ruimte wil geven, beperkt het aantal beoordelingscriteria. Iedere klant is een goede klant.”