Tijdens de overzichtstentoonstelling van het oeuvre van Niko de Wit, is op 1 februari 2009 in Museum Kempenland Eindhoven de publicatie Niko de Wit, beeldhouwer gepresenteerd. Het betreft een rijk geïllustreerd boek waarin de biografische inleiding is geschreven door Ingrid Luycks, en een beschouwing over het werk van Niko de Wit door Marie-Colette van Spaendonck. Het voorwoord is door Peter Thoben geschreven, directeur-conservator van Museum Kempenland Eindhoven.
Het boek is fraai vormgegeven door Jac de Kok en bevat ruim 400 afbeeldingen, merendeels in kleur. Deze publicatie is in het Museum en in de gerenommeerde boekhandel verkrijgbaar of rechtstreeks te bestellen bij TAB Timmer Art Books
Titel Niko de Wit beeldhouwer
Auteurs Ingrid Luycks, Marie-Colette van Spaendonck en Peter Thoben
Vormgeving Jac de Kok
Aantal pagina’s 252
Afwerking genaaid gebrocheerd Prijs € 35,-.
ISBN-nummer 978-90-810139-6-3
Uitgever TAB timmer art books
Op zeventienjarige leeftijd besloot Niko de Wit (Bergen op Zoom 1948) dat hij beeldhouwer wilde worden. De neerslag van dat besluit is in een fraai vormgegeven monografie in beeld gebracht. Sinds Niko de Wit in 1975 de academie verliet, heeft hij meer dan vijfhonderd beelden vervaardigd. Ruim vijfentwintig daarvan bevinden zich, op diverse plaatsen in Nederland, in de openbare ruimte. Naast deze werken maakte hij ook portretten en penningen in brons.
De Wit geniet echter de meeste bekendheid vanwege zijn autonome en monumentale werken, waarin hij zich het sterkst weet uit te drukken. In dit boek krijgen deze beelden daarom de meeste aandacht. Ingrid Luycks schetst in haar biografische inleiding de wording van dit oeuvre: de jeugd- en academiejaren van Niko de Wit, zijn inspiratiebronnen en de ontwikkeling tot de gerijpte kunstenaar die hij nu is.
Over de evolutie van zijn werk zegt zij: “Dragen de beelden die hij eind jaren zeventig maakte voornamelijk een archaïsch karakter, begin jaren tachtig krijgt het zoeken naar balans de overhand, wat vanaf dan een leidmotief in zijn oeuvre wordt. Naarmate de tijd voortschrijdt, worden zijn beelden complexer en roepen vaker een gevoel van desoriëntatie op. Echter, waar de beelden tot begin jaren tachtig nog overzichtelijk en in één oogopslag te vatten zijn, is dit met name vanaf de jaren negentig niet langer het geval. Ogenschijnlijk behouden ze hun eenvoud, maar bij nader inzien laten ze zich pas na grondige beschouwing analyseren en begrijpen. Balans wordt nu gezocht en gevonden door tegenkrachten op elkaar los te laten.”
In een verdiepende aanvulling op de biografische inleiding van Ingrid Luycks benadert Marie-Colette van Spaendonck het werk van Niko de Wit vanuit een meer filosofische invalshoek. Kortom, de lezer wacht een boeiende verkenning van het leven en werk van een eigenzinnig beeldhouwer.