Gastspreker Filosoof Maarten Doorman
De zaal zat vol, er waren zelfs te weinig stoelen. Nora Hooijer van het FNV heet iedereen welkom, legt uit waarom iedereen bij elkaar geroepen is en gooide een aantal prangende vragen over het kunstenaarsbestaan in de toekomst op tafel. De bedoeling van de avond is vooral om met een open mind met elkaar in gesprek te komen, geen geklaag.
Filosoof Maarten Doorman neemt het woord. Hij kan de antwoorden niet geven, net zo min als een definitie van kunst, waar vanuit het publiek hier en daar om werd gevraagd. Zijn antwoord: …een definitie van kunst zou een schijnveiligheid zijn, er is niets zo veranderlijk als kunst.
Doorman vervolgt zijn verhaal over het verloop van de erkenning in de kunst, van de Romantiek over naar het experiment en naar het conceptuele denken. Elite en de kunst, woorden waar nog steeds een etiket aan hangt met vies erop. Hoe is dit zo ontstaan? En is er nog steeds sprake van? Wat als we het nu omkeren, alles wat geen kunst is wordt dan elitair… Dan krijg je toch wel een heel ander beeld.
Er waren twee stellingen:
-- kunst is afhankelijk van de overheid geworden en moet weer op eigen benen staan
-- kunst is een elitaire hobby van witte, hoger opgeleide mensen
De stellingen en eerder genoemde vragen openen de deuren naar de discussie en discussie was er … Er kwamen zoveel reacties en frustraties naar boven dat Doorman moeite had alles in goede banen te leiden. Er klonk vanuit meerder hoeken dat de kink in de kabel naar kunstminnen begint bij de slechte kunsteducatie op de scholen, daar waar interesse en begrip voor de kunst al op jonge leeftijd zou moeten worden geprikkeld. Men geeft nog steeds een zwaar verouderd beeld van wat kunst is.
Volgens kunstcritici zouden de kunstenaars niet meer te volgen zijn, ze moeten weer een standpunt gaan innemen. Een standpunt in nemen in deze tijd met alle snelle ontwikkelingen en individualisme lijkt haast onmogelijk. Iemand uit het publiek pleit voor de kunstenaar als Avant-garde, de kunstenaar moet weer vooruitlopen op wat er zich afspeelt in deze moderne tijd. Kunstenaars staan stil vond hij. Waarop het weerwoord was dat deze hypermoderne tijd wel zeker zichtbaar is vooral onder de jonge kunstenaars, overal zie je nieuwe media, kijk maar bijvoorbeeld naar een festival in Den Haag, waar alleen maar multimediakunstenaars meedoen die met moderne led-verlichting en sensoren en zwaar geprogrammeerde pc’s het publiek vermaken… Daar is nergens een oliedoek of een bronsje te vinden! En misschien is het probleem wel juist het vermaak zelf!?
Het schort tegenwoordig aan het ware ervaren, werd er geroepen, kunst zou alleen nog maar conceptueel zijn, er wordt continu gekeken naar het eindproduct, wie is er nog geïnteresseerd in het volgen van het scheppende proces? Het afschaffen van de conceptuele kunst, etc. Al met al genoeg voer voor een volgende discussie, omdat het fenomeen tijd iedereen deed bedaren.
Merel Holleboom