Menu

baz-vadersenzonen.jpgBeeldhouwers kiezen beeldhouwers in Beelden aan Zee van 25 juni tot en met 10 oktober 2010

Beelden aan Zee vroeg aan 15 bekende Nederlandse beeldhouwers met welke jongere collega zij zich het meest verwant voelen. De antwoorden op deze prikkelende vraag zijn te zien op de tentoonstelling Vaders en Zonen.

Vaders en Zonen, dat gebaseerd is op een oorspronkelijk concept van Shinkichi Tajiri (1923-2009) en Piet Slegers (1927), brengt op bijzondere wijze de relaties tussen drie opeenvolgende generaties Nederlandse beeldhouwers in beeld. De eerste generatie werd geboren tussen 1910 en 1930, de tweede tussen 1930 en 1950, en de derde in de periode 1950-1970. Allereerst werd de vraag voorgelegd aan vijf beeldhouwers uit de oudste generatie. Naast Tajiri en Slegers waren dit: Ben Guntenaar (1922-2009), Carel Kneulman (1915-2008) en Carel Visser (1928). Zij kozen respectievelijk voor: Paul Kubic (1940), Henk Visch (1950), Berend Bodenkamp (1942), Gerard Höweler (1940) en Joep van Lieshout (1963). Vervolgens werd aan deze tweede generatie dezelfde vraag gesteld. Hun keuze viel op: Mathieu Knippenberg (1950), Paul de Reus (1963) , Hieke Luik (1958), Gerard van Rooij (1954) en Zoro Feigl (1983). Doorgaans wordt in de kunstgeschiedenis voor inspiratiebronnen teruggekeken, richting het verleden en eerdere generaties. Nu zijn de rollen omgedraaid en wordt er vanuit de oudste generatie juist vooruitgekeken.

Meer informatie www.beeldenaanzee.nl