Menu

NedSchreeuwtOmCultuurBestuur,

Zoals we zijn….  filosofisch van aard, laten we graag alle kanten van de medaille zien. Ook ik vind het zwak dat kunstenaars een reclamebureau denken nodig te hebben om een campagne te voeren. Toch zijn die daar beter in dan de kunstenaars, want ook dat is een vak apart.

Nederland schreeuwt om kunst…………. 
Wat zou dit moeten betekenen? Dick Tuinder (NRC, week 45) interpreteert het alsof hij met al zijn kunstenaars-collega’s zou moeten schreeuwen. We zijn toch geen marktkooplieden!? Ik interpreteer het zo, dat heel Nederland een schreeuw van verbazing zou moeten laten horen. HAHAHAHAHA…… reken daar maar niet op!!! Nederlanders hebben zeer weinig respect voor kunstbeoefenaren. Het is nog niet zo heel lang geleden dat de tegenpartijen een reclamebureau hadden ingehuurd om de kunstenaar in een slecht daglicht te plaatsen, dit ter ondersteuning van het regeringsbeleid om de BKR af te schaffen! Het was kat in ‘t bakkie.

Publieksvijandigheid tegenover kunst en kunstenaar is een feit. We hoeven daar niet raar van op te kijken of voor weg te lopen. Dat die publieksvijandigheid van tijd tot tijd wordt gevoed door politieke partijen is ook niet nieuw en dat daartegen een protest op zijn plaats is spreekt voor zich en is noodzakelijk. We zitten met een regering die het cultuurbeleid een rake klap wil verkopen, want de subsidies worden schromelijk misbruikt vinden zij. Dat het met verkeerde motieven wordt gevoed is vervelend, maar er zit een grote kern van waarheid in die bewering.

Dick Simonis en ik spraken, alweer een tijd geleden, in de Tweede Kamer met een CDA Kamerlid, omdat zij vond dat er misbruik werd gemaakt van de percentageregeling. Dat is ook zo, maar zij gebruikte verkeerde motieven. Ik pleit al heel lang voor een grondig onderzoek naar de geldstromen in kunstenland. Met zo’n onderzoek in de hand zou er nieuw beleid gemaakt kunnen worden, een beleid dat beter aansluit bij wat wenselijk geacht wordt. Let wel, ik wil allerminst pleiten voor populisme, maar wel dienen de invloeden van de theoretici en managers te worden ingeperkt. Geld dient nu meer dan ooit bij kunstenaars terecht te komen.

Het is bizar te zien dat basisbeurzen dankzij teveel theoretici zijn gedecimeerd in de loop van een tiental jaren. De cijfers die Zonder-kunstenaars-geen-kunst boven tafel wist te krijgen liegen er niet om. De constructie van het subsidiebeleid deugt niet meer en daar ligt een taak voor het georganiseerde kunstenaarsveld (lees FNV-Kiem etc.). Kunstenaars zelf hebben geen tijd voor dit gedoe, want zij moeten vooral kunst maken.

Ik wil mijn atelier niet sluiten en zal dat ook symbolisch niet doen, ook ga ik niet de straat op om te schreeuwen. Wel wil ik een dringend appèl doen op alle Kamerleden die zich bezighouden met cultuurbeleid om zich te bezinnen op het invullen van nieuw beleid en grondig te onderzoeken of de geldstromen wel juist gebruikt worden en of de motieven die daarvoor gebruikt worden wel deugdelijk zijn.

 

Bert van Loo